Inleiding tot geschreven taal
Geschreven taal is op Montessoriwerkjes.nl ingedeeld in de volgende onderwerpen. Kies een pagina in het menu bovenaan de pagina bij “lezen->geschreven taal.
Hoewel de mens het in zich heeft om te willen communiceren en de taal te willen spreken, is dat niet het geval voor het schrijven. De mens heeft van nature geen behoefte om te leren schrijven en lezen. Dit proces is daarom een harde en pijnlijke ervaring voor het kind en daarvoor moet het hard werken. De leidster trouwens ook. Wachten tot het kind vanzelf interesse toont is geen goede optie. Ze zal gebruik moeten maken van het feit dat een kind tussen 4 en 6 een absorberende geest heeft, veel interesse heeft in het leren van taal en de behoefte heeft om te communiceren en culturele vaardigheden aan te leren. Het kind ontdekt dat er andere manieren zijn om te communiceren dan spreken en wil die leren.
In de onderbouw wordt de hand en de geest als eerste voorbereid, door middel van spontane activiteiten als kralen rijgen, naaien, scheppen met een lepel en andere vaardigheden waarbij de fijne motoriek en de verfijning van de hand getraind worden. In de zintuiglijke lessen wordt de pengreep geoefend door middel van het vasthouden van de knopjes van de cilinderblokken, het geometrisch kastje, de inlegkaarten, graankorrels oppakken wanneer een kind aan het sorteren is, enzovoort. De lichte hand wordt geoefend door te werken met de ruw-glad plankje. De stevigheid van de hand wordt verbeterd door het voelen van de contouren in het geometrisch kastje. Met de metalen inlegfiguren bereidt het kind het schrijven voor. De hersenen worden voorbereid door woordenschatoefeningen, lesjes in 3 perioden en spelletjes als “ik zie, ik zie”.
Schrijven is het proces van het horen van een foneem naar het koppelen van een grafisch symbool aan die foneem. Dit proces begint met schuurpapieren letters, waarbij visuele en auditieve ervaringen beginnen samen te komen met de tactiele ervaring van het voelen. Maar in deze oefening staat voorop dat het geheugen van de letter via de spieren bereikt wordt. Met het spel „ik zie, ik zie” leert het kind de verschillende klanken in een woord onderscheiden. Het kind leert met een doosje met voorwerpen die fonetisch gespeld worden, lezen. Het kind gaat woorden leggen met de grote letterdoos en leert woorden schrijven op het krijtbord. Ergens tussen de 4 en 8 jaar krijgt het kind een explosieve drang om te schrijven en zal willen schrijven op wat er maar voorhanden is. Als deze explosie niet plaatsvindt, was de voorbereiding van de hersenen of de voorbereiding van de hand niet goed geweest.