Schuurpapieren letters

Leeftijd: vanaf 2,5 jaar

De schuurpapieren letters  zijn ontworpen voor de klank-teken koppeling.Het is het eerste materiaal waarmee het kind de ervaart dat een klank bij een symbool hoort. 

Doel:
Het kind leert de letters van zijn eigen taal door het voelen van de vorm, geassocieerd met de klank van het symbool en het zien van het symbool. Er zijn dus 3 zintuiglijke ervaringen: tactiel, visueel en auditief. 
Directe voorbereiding op het schrijven.
De verdere verkenning van de taal stimuleren. 

E89DC724-821F-4BBD-899F-2E2EFAC003A1
schuurpapieren letters
610DCCF0-BC01-450E-BF3F-7E7322CD1FA1
Detail schuurpapieren letters

Voorbereiding

Het kind heeft ik zie, ik zie gespeeld en kan een klank onderscheiden van een andere. 
Het kind heeft gewerkt met het ruw-glad materiaal

Controle van de fout: de vingers die van de letter af glijden. 

Gelijktijdig

In de tijd dat het kind de schuurpapieren letters aangeboden krijgt, oefent het ook met „ik zie, ik zie” en met de grote letterdoos (na 10 letters). 

De schuurpapieren letters helpen het kind de letters te leren, door de vorm te voelen en de klank te horen en uit te spreken, terwijl de klank zichtbaar is. De plankjes hebben een klank die te voelen is door een laagje zand op een glad oppervlak.

 

Koordschrift of blokschrift

Een Montessorischool kiest of voor de aanbieding van methodisch koordschrift of voor blokletters. Als je voor die keuze staat, kun je er hier meer over te weten komen:

Koordschrift
Blokschrift

De klank van de letter wordt aangeboden en de naam van de letter pas in een later stadium. Dat betekent dat de leidster bij aanbieding van de letter p spreekt van “puh” en niet van “pee”.

De letters staan op roze en blauw gelakte plankjes, roze voor medeklinkers, blauw voor klinkers.

Elke dag of elke twee dagen kan de leidster een nieuwe klank aanbieden, nadat ze heeft gecheckt dat het kind de ervoor aangeboden letters beheerst. De klinkers zullen aangeleerd moeten worden binnen de eerste 15 tot 17 klanken. 

Er is een aparte kist met de dubbelklanken: aa, ee, ie, ei, uu, oe, eu, ui, au, ou, oo en de tweeklanken ch, sch, nk en ng.

Er is ook een kist met hoofdletters, verkrijgbaar in koordschrift en in blokschrift.

letters
dubbelklanken

Eerste aanbieding

De leidster nodigt het kind uit voor een lesje. 

Voorbereiding: vingers gevoelig maken

Maak de vingers van het kind gevoelig door ze in twee schaaltjes met warm en koud water te doen of door de handen te wassen. Een kind kan beter voelen als de poriën open staan. Dit gebeurt door vooraf de handen te wassen of ze om en om in warm en koud water te dompelen en daarna goed droog te wrijven.

Daarvoor heeft de leidster een setje. Het kind vult een schaaltje met warm water (uit een thermoskan) en een met koud water. 

Nu dompelt het kind de vingers afwisselend in het koude en warme water. Dan droogt het de materialen. Het wrijft de eigen handen goed droog met een handdoek.

De leidster benoemt de schuurpapieren letters en laat zien waar ze in de kast staan.

Leidster en kind kiezen drie letters, geen letters die op elkaar lijken qua klank of vorm of mondstand. Begin met letters die lang aangehouden kunnen worden. In ieder geval worden de eerste keren alle klinkers aangeboden en de meest voorkomende medeklinkers, zoals p, k, m, etc. Je kunt letters kiezen zoals de m van mama. 

Neem de letters mee naar de tafel en leg de kaarten op zijn kop in de rechter boven hoek. Begin met de eerste periode van een lesje in 3 perioden:  Stap 1: Neem een van de letters, draai deze om en zeg de klank.  Voel een van de letters, heel licht, in een doorgaande beweging met de wijsvinger en middelvinger en zeg daarna de letter hardop. Met de andere hand houd je het plankje stevig vast. Voel en zeg de klank 5 tot 6 keer. Daarna zeg je woorden die beginnen met die letter. Voel de letter nu nog 2 of 3 keer.

 

Nodig nu het kind uit de letter te voelen. Help het kind waar nodig bij waar het moet beginnen en waar hij zijn hand moet plaatsen. Neem in ieder geval nooit de hand van het kind om de beweging te forceren, omdat dit gespannenheid in de spieren veroorzaakt . Het kind probeert zelf ook woorden te verzinnen met die letter. Als de letter aangeboden is, leg je hem aan de linkerkant van de tafel, op zijn kop. Als je de letters met beide handen voelt, wordt het brein meer gestimuleerd. Nodig het kind uit om het heel veel keer te voelen. Je kunt ervoor kiezen om niet allerlei woorden te noemen die bij die letter passen, maar slechts een. “De p van papa”

Laat het kind ook voelen met de ogen dicht.

 

De leidster dient te letten op de houding van het kind en van haarzelf: rechtop tegen de leuning en beide voeten op de vloer.

Als alle drie de letters aangeboden zijn, benoemt de leidster alle drie de letters nog een keer. „dit is „K”, etc. 

Daarna volgen stap 2 en 3 van het 3 traps lesje:

Stap 2: “geef mij eens „d”, doe de letter „c” eens op je hoofd, doe „k” op je hand”, „voel „M”.

Laat het kind ook eens de letters verspreiden over de klas (“leg de p bij de roze toren”) en dan de letter halen die jij noemt. Als het kind de juiste letter gehaald heeft, vraag je hoe deze letter heet. 

Stap 3:  Vraag het kind de letter te voelen en te zeggen welke het is. “Hoe heet deze letter? Welke is dit?”
Leg de drie letters weer aan de rechterkant van de tafel, op zijn kop. Vertel het kind dat het nu zijn beurt is om de letters een voor een om te draaien en de letters te voelen en te zeggen. Iedere letter die hij gevoeld en gezegd heeft mag hij dan op zijn kop bovenaan de linkerkant van de tafel leggen.

Het kind wordt achtergelaten met de letters en kan nu zelf oefenen. Laat het kind niet zelf met de letters werken als het de letters niet correct kan voelen. 

De leidster noteert voor haarzelf welke letters het kind heeft aangeboden gekregen. Zet bijvoorbeeld een streep onder een letter die aangeboden is en een cirkel om de letters die het kind kan.

Volgende oefeningen: 
Leg de stapel van 3 letters weer op zijn kop aan de rechterkant. Neem er een kaart uit en voel de letter. ‚Schrijf’ dan de letter op de tafel en in de lucht. Vraag het kind om hetzelfde te doen met alle letters. 

 
Stap 2: "geef mij eens „d", doe de letter „c" eens op je hoofd, doe „k" op je hand”, „voel „M”.

Let op: 
De leidster zit tijdens het lesje net als bij andere lesjes aan de kant van de voorkeurshand van het kind en gebruikt dezelfde hand als het kind.

In een volgend lesje biedt de leidster drie nieuwe letters aan. Iedere keer dat je een lesje met schuurpapieren letters aan het kind geeft, bekijk je de letters die het kind de vorige keer heeft gedaan voor je aan de nieuwe begint. Dit versterkt zijn kennis en geeft zelfvertrouwen en voorkomt verwarring. 

Als je lesjes met de grote letterdoos geeft, kun je ook eens een woord met een letter geven dat het kind nog niet geleerd heeft. Dit zal zijn wil om nieuwe schuurpapieren letters te gaan doen versterken. 

Houd je lesje kort! Het is de bedoeling dat je in een onderbouwklas meerdere letterlesjes per dag geeft. Gebruik een timer of kijk op de klok om te zien of je je tijd niet overschrijdt. 5 minuten zou moeten kunnen…..? De volgende dag geef je weer een letterlesje. Je zegt: “haal 3 letters die je nog niet kent. Zorg dat er een blauwe bij zit.”

Variaties

Inoefenen

Haal alle letters die je kent en leg ze op de tafel. Ga ze voelen. Zeg ze, schrijf ze op de tafel. Schrijf ze in de lucht. Schrijf ze met je andere hand. 

Op de rug schrijven

Je kunt ook een letter op de rug van het kind schrijven en vragen welke letter het is, wat de meeste kinderen erg leuk vinden

Daarna schrijf je de letter nog eens samen in de lucht. 

Verbindingslesje:  Gebruik twee schuurpapieren letters, een klinker en een medeklinker. Leg de letters naast elkaar zodat ze op de juiste plaats verbonden zijn. Voel de letters in een vloeiende beweging achter elkaar. Zeg de klank die door de twee letters samen gemaakt wordt. Doe zo een paar verbindingen. 

Groepslesje:  Voor oudere kinderen die extra oefening nodig hebben. Neem de schuurpapieren letters en leg ze op zijn kop in het midden van de kring. Nodig de kinderen uit een letter om te draaien, te voelen en de klank te zeggen. Je kunt bijvoorbeeld het spelletje spelen: „klop, klop, wie is daar?” Het kind klopt op de letter, draait hem dan om, voelt, en benoemt hem. 

Een ander groepslesje: Toon de kinderen een kaart met een woord erop. “Ik heb hier een woord. Het begint met een p. Waar zie jij de p?” Het kind dat het juist aanwijst, geef je de kaart. “Jij mag ‘m hebben”.

Zandbordje: Als het kind de letters omkeert, laat je hem oefenen met de ogen dicht of schrijven in een zandbordje, waar de letters makkelijk weer uit te wissen zijn. Maak een zandbord van een dienblad met een hoge opstaande rand, maar je kunt ook kiezen om er een te maken van een plaat hout en wat latjes. Op die manier kun je een zandbord maken zo groot als de tafel! Een heel groot zandbord krijg snel je door de deksel van een grote kist (bijvoorbeeld van een letterdoos) om te draaien. Strooi in het zandbord een klein laagje vogelzand, dat te koop is bij de dierenwinkel of de supermarkt.

Woorden maken: Als kinderen al veel letters kennen, kun je een schuurpapieren letter kort aanbieden en er dan woorden mee laten leggen.

Als het leren van de letters langzaam gaat
Kinderen vanaf 3 jaar kunnen aan de slag met schuurpapieren letters. Voor 5jarigen die de letters nog niet kennen, is het belangrijk iedere dag een letterlesje te doen. Zij zijn de gevoelige periode voor voelen gepasseerd. Deze kinderen zullen er veel mee bezig moeten zijn om de letters nog te leren. Breng variatie aan, met klei, krijtbord, enzovoort. Gebruik beweging, zintuigen en regelmaat om het in te oefenen. Wees creatief om verschillende manieren te herhalen. 

Letterkaart
Als een kind 10 letters kent, kun je hem een letterkaart geven. Je laat eerst alle letters halen die hij kent. Je maakt er iets bijzonders van. Het kind voelt en zegt de letters. Je kruist ze aan en het kind kleurt ze. De letterkaart kan het beste een kopie zijn van de inhoud van de letterdoos. Zodra het kind aan het werk gaat met de letterdoos, kan het zo op zijn letterkaart gemakkelijk zoeken en ze vinden in de doos. 

Onthouden

Het schijnt zo te zijn dat je dingen die je iets boven je ziet, gemakkelijker onthoudt. Denk maar aan het gegeven dat, als je je iets probeert te herinneren, je omhoog kijkt. Je haalt het uit je lange termijn geheugen. Bij kinderen die veel moeite met lezen hebben, zie je ook wel eens dat ze liggend lezen en dan het boek boven zich in de lucht houden. Dit heeft voor mij de conclusie opgeleverd dat ik bij moeilijk lerende kinderen de letters ook wel eens expres hoog in de lucht houd. Je kunt kaartjes met woorden of letters voor langs laten gaan of omhoog halen. Zo komt het in het visueel geheugen terecht. Succes niet verzekerd….. 

Op een krijtbord: laat het kind de letter voelen. Dan schrijf je de letter een paar keer op. In het groot en in het klein. Veeg de letters uit, van links naar rechts. Dan kan het kind oefenen. Daarna kan het kind een andere letter halen.Corrigeren gaat zo: „mag ik hem nog een keer voordoen?” 

Op papier

Daarna kan een kind de letter op wit papier schrijven. Denk eraan dat je hierbij geen letter voorschrijft die je het kind laat overtrekken! Het kind heeft een intern concept van hoe het moet en jij neemt dat van hem af. Bij een 5jarige zul je wel corrigeren als het kind op de verkeerde plaats begint. Bij 3 jarigen ben je daarmee voorzichtiger. Als je heel veel corrigeert, benoem je de bewegingen, op en neer. 

Letterkaart

Als een kind al een tijdje letters aan het oefenen is, kun je hem fiches laten leggen op de letters die hij kent. Een fijne herhaling. 

Zelf letters maken

Met dierenvoer of in (nat!) vogelzand

Om het enthousiasme voor letters te vergroten: samen een letter of woord maken

Een letter centraal

We zoeken samen naar dingen met de letter b. 

Met een natte penseel op de tafel schrijven

In nat zand 

Een letter uitknippen

Nog meer activiteiten met letters

  • Met een blinddoek de letters voelen
  • Met scheerschuim
  • op de tafel met de vinger
  • op beslagen ramen
  • buiten met stoepkrijt
  • met vingerverf
  • met potlood
  • met stift
  • met scheerschuim
  • met wasco
  • met kleurpotlood
  • met pen (zorg voor een speciale pennenbak met mooie pennen)
  • met verf en een penseel of kwast
  • met een lang touw (eventueel op lopen)
  • met een dirigeerstokje
  • geschreven letters op de grond door de leidster, kinderen kunnen erop lopen. 
  • De letter overtrekken en zelf schrijven eromheen. Dingen met de letter tekenen en erbij laten schrijven wat ze zijn. 
  • Een letterboek maken
  • Met een ander kind letters oefenen
  • Letter benoemen en zoveel mogelijk woorden met die letter bedenken
  • Letters uitknippen uit de krant of een tijdschrift
  • Maak een boekje en schrijf of stempel er woorden in met dezelfde letter, teken bij de woorden het plaatje
  • Maak een voelletter van stof
  • Maak een voelletter van schuurpapier, kurk, zand of papier
  • Borduur een letter
  • Figuurzaag een letter
  • Schilder de letter heel groot op papier en vul ‘m in met kleurtjes
  • Letters voelen met de ogen dicht of met een blinddoek
  • De beheerste letters bekijken op de letterkaart en oefenen
  • Welke letter schrijf ik in de lucht?
  • Welke letter schrijf ik op je rug?
  • Zoek iets in de klas waar je een …… in hoort
  • Welk kind heeft een …… in zijn naam?
  • Pim, pam, pet (woordje verzinnen)
  • Welke letter zeg ik? Schrijf hem op
  • Knip iets uit een tijdschrift met een …….
  • Ik zeg allerlei letters, als je de ……hoort, klap je in je handen
  • De leidster maakt bijv. een grote ‘t’, kinderen tekenen of knippen plaatjes en plakken deze erin.
  • Letterpuzzels, halve kaarten, letter in twee stukken op 2 kaartjes plakken
  • Een stencil met allerlei letters, kleur de b groen, enz.
  • Een stencil met plaatjes, kleur de plaatjes met een……
  • Bakken van deegletters
  • Letters van pijpenragers
  • Welke letter heb ik weggehaald? 
  • Groepsactiviteit: schrijf op een strook de letters op alfabetische volgorde. De namen van de kinderen worden onder de juiste letter geschreven. Bij de letter A schrijven we dus alle namen met een A, zoals Abel, Anna, enzovoort. 
  • Letters verspreiden door de klas. Een kind geeft de ander een opdracht. “Pak jij eens de k.”
  • Wanneer het kind al een aantal letters geoefend heeft: Leg de letters paarsgewijs op een kleedje. Een gekopieerd kaartje en de schuurpapieren letter die erbij hoort. Laat nu de schuurpapieren letters verspreiden door de klas. Door middel van een indicator haalt het kind ze weer op. 
  • Kimspel. Op een kleedje liggen de letters die het kind kent. Er wordt een doek over het kleedje gelegd en het kind moet voelen en herkennen welke letter het is. 
  • Toverletters maken met wasco en ecoline. 

Klankgebaren

Voor kinderen die moeite hebben met het onthouden van de letters, gebruik ik vaak het klankgebaren alfabet. Dit is ontwikkeld door Trijntje de Wit. Ik maakte er al 18 jaar geleden kennis mee en gebruik het nog steeds! In sommige gezinnen, waar kinderen allebei bij mij in de klas zaten, werd er in klankgebaren gevraagd naar de pindakaas! De ouders hadden geen idee wat er aan de hand was.