Kastje met de bladvormen

Het materiaal bestaat uit een houten kast met drie laden, waarin 14 plankjes liggen met bladvormen als inlegfiguur.

Controlekaart met alle namen

De set botaniekaarten bestaat uit drie series van kaarten met bladvormen; op de eerste serie zijn de bladvormen geheel gevuld, op de tweede serie zijn de bladvormen weergegeven met een dikke lijn en op de derde serie met een smalle lijn. 

Leeftijd

vanaf 4 a 5 jaar

Doelen

  • Verdiepen van de belangstelling voor de natuur.
  • Bevorderen van de waarneming
  • Uitbreiden van de woordenschat ten aanzien van de namen van de verschillende bladvormen.

Aanleiding tot aanbieding van dit materiaal zijn de bladvormen uit de natuur. 
De leidster laat zien hoe het kind een lade uit het kastje kan nemen en legt de bladvormen willekeurig op een kleedje of op de tafel. Terwijl ze om de vormen voelt met haar rechterhand, legt ze ze terug in het juiste frame. Het voelen kan ook met een stokje gebeuren! 
Het kind kan verder gaan door met een lade tegelijk te werken, de bladvormen te voelen en weer terug te plaatsen. 

Oefeningen

Zelfstandig werken met een lade, vormen uitnemen, voelen en terugplaatsen.

Zelfstandig werken met een lade, vormen uitnemen en terugplaatsen. 

Werken met twee of drie lades tegelijkertijd.

Echte bladeren vergelijken met kaarten

Werken met de botaniekaarten: apart (1 set), twee van de drie sets tegelijkertijd en alledrie tegelijk. 

 

Bladeren vergelijken met de kleuren van de kleurspoelen

Natuur beleven heeft de voorkeur. Zaai bonen in een doorzichtige pot.

En volg de ontwikkeling in een schrift.

Nadat het kind met het kastje gewerkt heeft kan het enkele bladvormen omtrekken en inkleuren. Laat de vormen erbij schrijven.

Een herbarium maken.

Gedroogde bladeren met vruchten, voorzien van naam en beschrijving. 
Te maken door het kind of als naslagwerk.

De bladvormen vergelijken met een bladerenboek of echte bladeren. 

  • Lesje in drie perioden om de namen van de bladvormen aan te leren. Dit doe je pas als laatste. 
  • Kijken naar bladeren in de omgeving. 
  • Bladeren meenemen naar de klas en in een bloemenpers drogen. 
  • Het kind maakt zelf een parenwerkje.
  • Het kind maakt een serie van een bladsoort om te laten zien hoe een blad verandert door de seizoenen heen. 
  • Een bladeren-project: bladeren verzamelen voor de aandachtstafel, bladeren gebruiken in knutselactiviteiten, etc. 
  • Met een vergrootglas bladeren van dichtbij bestuderen.