Vouwen

Aanbieding doeken vouwen

Materialen

  • Mandje
  • krukje
  • Vierkante gezoomde doekjes 30×30 cm, ieder met andere lijnen erop genaaid of gemarkeerd.

Aanbieding

  1. Nodig het kind uit: “kom kijken wat er voor moois op de plank ligt.
  2. Laat het kind het mandje met doekjes zien en vraag hem het naar de tafel te dragen. Neem de kruk mee naar de tafel.
  3. Zet het krukje voor je kruk en vraag het kind om het mandje op het krukje te zetten.
  4. Vraag het kind om aan tafel te gaan zitten terwijl jij aan de rechterkant van het kind plaatsneemt.
  5. Neem de eerste doek met de lijn in het midden en leg het met de goede kant naar beneden op tafel. Wijs de lijn aan en zorg dat de lijn parellel is aan het kind. Neem de punten die het dichtst bij het kind zijn en vouw ze naar de bovenste hoeken. Vestig nu de aandacht op de lijn die nu aan de buitenkant zichtbaar is. Pak de doek op met beide handen en leg hem in de linker bovenhoek van de tafel.
  6. Neem de doek met de diagonale lijn en draai het om zodat de streep weer parallel loopt met de tafel. Leg een hoek op de bovenste hoek terwijl je je rechterhand de lijn houdt en met je linkerhand de onderste hoek vasthoudt. Nadat de hoeken op elkaar gelegd zijn, trek je je hand eruit en vestig de aandacht op de lijn aan de buitenkant. Pak de doek weer met beide handen op en leg het in de andere bovenste hoek van de tafel.
  7. Neem de doek met kwarten. Lijn uit met de randen van de tafel en vouw van onder naar boven, de hoeken op elkaar. Vestig de aandacht op de lijn aan de buitenkant. Draai de doek zodat de overgebleven lijn evenwijdig aan de rand van de tafel loopt. Til de onderste hoeken weer op en vouw ze zodat ze op de bovenste hoeken komen te liggen. Til de doek op en leg hem bij de andere aan de linkerkant van de tafel. De vierkante doeken liggen bij elkaar en de driehoekige ook.
  8. Pak de volgende doek met twee diagonale lijnen. Leg een lijn evenwijdig met de tafel en leg de onderste hoek op de bovenste hoek terwijl je je rechterhand op de lijn houdt. Laat de buitenste lijn zien die nu weer tevoorschijn komt. Draai de doek en leg de andere lijn nu evenwijdig aan de tafel. Leg de onderste hoek op de bovenste hoek en plaats de doek bij de andere driehoekige doek aan de bovenrand van de tafel.
  9. Neem nu de doek die verdeeld is in drie stukken door twee lijnen. Neem de onderste twee hoeken en vouw de doek tot aan de bovenste genaaide streep. De onderste lijn zal tevoorschijn komen aan de buitenkant. Draai de doek en vouw nu weer de hoeken naar de indicator lijn, die ook aan de buitenkant van de doek verschijnt. Leg deze bij de andere rechthoekige doeken.
  10. Leg de doeken in omgekeerde volgorde in het mandje door ze een voor een op te pakken bij een hoek zodat ze uitvouwen. Neem de andere hoek en leg ze in het mandje met de zoom naar beneden.
  11. 11. Zet de kruk met het mandje waar het kind erbij kan en nodig het kind uit om zoveel als hij wil te vouwen.
  12. Let op dat het kind het mandje terugzet voor de kruk terug te zetten.

Aandachtspunten:

  1. De gestikte lijn
  2. Hoeken op elkaar
  3. De resulterende vormen

Doel

  1. Oog hand coördinatie
  2. Voorbereiding voor geometrie
  3. Zorg voor de omgeving.

Leeftijd

2. -4

Volgende oefeningen

  1. Doekjes in de klas vouwen nadat ze gewassen zijn.
  2. Servetten vouwen
  3. Kleding vouwen of doekjes nadat ze gestreken zijn.
  4. Sokken vouwen
  5. Een koffer met kleren inpakken.

Handdoeken vouwen

Materialen

  1. Een wasmand.
  2. Drie verschillende maten handdoeken, allemaal in dezelfde kleur. Een badhanddoek, een handdoek en een gastendoekje.
  3. Alle drie de handdoeken zijn keurig gevouwen en op elkaar gestapeld van de grootste tot de kleinste bovenop.

Aanbieding

  1. Individueel of groepslesje
  2. Vraag een kind om een kleedje uit te rollen.
  3. Leg uit dat je gaat laten zien hoe je een handdoek opvouwt.
  4. Begin met de grootste handdoek, spreid deze uit en maak kreukels glad.
  5. Neem de verste linker en rechter hoek vast en breng deze naar de hoeken aan de onderkant. Strijk kreukels glad.
  6. Vouw de handdoek weer door je rechterhand in de linker bovenhoek te doen en je rechterhand in de linker onderhoek van de handdoek. Strijk plooien glad.
  7. Vouw de doek nog een keer, van de onderkant naar boven.
  8. Leg de handdoek netjes in de mand.
  9. Herhaal met de handdoek en het gastendoekje.
  10. Nodig het kind uit om de activiteit te herhalen.
  11. Kijk of het kind het materiaal opruimt op de juiste plaats als hij klaar is.