Latjesbord optellen

Opteltafels 1 t/m 4

Materialen

  • Het latjesbord optellen. 
  • Blauwe latjes 1 t/m 9.
  • Rode latjes met een vakverdeling 1 t/m 9.
  • Voorbereide opteltafels. Dit zijn blaadjes waarop het kind achter de plussommen de antwoorden kan schrijven. 
  • Potlood, potlood houder, onderlegger.
  • Opteltabel 1.
  • Opteltabel 2.

Om een latjesbord te downloaden dat je kunt printen, klik hier

Opteltabel 1
Opteltabel 2

Voorbereiding

  • Het kind heeft optellen met het decimale systeem gedaan.
  • Het kind heeft aanbieding I van de slangensommen gedaan.

Aanbieding: introductie

  • Nodig het kind uit, breng het bord met het doosje met de latjes naar de tafel.
  • Breng de schrijfmaterialen.
  • Introduceer de materialen: ga over het bord, herken de cijfers en de kleuren.
  • Neem de latjes uit het doosje en laat het kind de blauwe in een rij leggen en dan de rode aan de linkerkant van de tafel. (dezelfde visuele aanblik als de rekenstokken: de grootste aan de bovenkant.
  • Vertel het kind dat er twee regels zijn bij het latjesbord nr. I:
  • (a) Je moet een rood en een blauw latje gebruiken.
  • (b) Je moet altijd eerst het blauwe latje gebruiken.
  • Neem dan het eerste blauwe tegeltje en leg het in de linker bovenhoek.
  • Leg er een rood latje naast en lees het antwoord aan het einde van het rode latje.
  • Neem een paar willekeurige rode en lees het antwoord.
  • Verwissel dan de blauwe voor een groter cijfer en kies de rode latjes om erbij te leggen.
  • Leg willekeurige latjes en blijf de antwoorden lezen.

Aanbieding 1 - met de opteltabel

  • Haal de opteltabel van 1 uit de kast. (blaadje met sommen)
  • Begin met de blauwe ‘een” en de rode. Schrijf het antwoord op.
  • Werk naar boven toe met de latjes.
  • Laat zien hoe je het antwoord vindt en opschrijft en vertrek na de derde of vierde som.
  • De som op het papier is een weergave van wat er is gedaan. Met andere woorden: het kind moet de som eerst neerleggen voordat ze hem kan lezen van papier.
  • Vertel het kind dat ze je moet komen halen als ze bij het einde van de rode latjes komt.
  • Vertel het kind nu waar ze de opteltabel van “twee” kan vinden. Help haar beginnen en vertrek dan weer.
  • Het doel is dat het kind alle opteltafels in de paar volgende dagen afmaakt.
  • Het kind kan een boekje maken met alle tafels.
  • Als het kind klaar is laat je haar zien hoe ze haar antwoord kan verifiëren door gebruik te maken van opteltabel nr. I.
  • Moedig haar aan om hardop te lezen wat ze opgeschreven heeft.
  • Laat haar zien hoe je de latjes op kunt ruimen: stapel ze eerst van lang naar kort, draai naar de zijkant en leg in het doosje.

Aanbieding 2 - sommen met gelijke uitkomsten

  • Het kind heeft alle opteltafels diverse keren gedaan.
  • Nodig het kind uit. Haal de schrijfmaterialen. Deze keer is het papier 5 hokjes breed en 20 lang.
  • Begin te leggen: 1+1. Vraag het kind dan of er nog een andere manier is (de regels volgen) waarom we het antwoord 2 kunnen krijgen. Indien niet, schrijf de som van het bord op en verwijder alle latjes behalve de eerste blauwe.
  • Maak de volgende som: 1+2. Een andere manier zou zijn 2+1. Schrijf het op en verwijder de latjes behalve de ene blauwe.
  • Als je de rode latjes teruglegt, laat dan een stukje open tussen de gebruikte en de andere. Werk naar boven met de rode.
  • Laat het kind zelfstandig werken met de sommen van 4 en5. 

Uitbreiding

  • Als het kind alle sommen van 10 gelegd heeft en opgeschreven heeft, kom je terug en vraag je haar om 11 te leggen.
  • Neem de blauwe en voeg het langste latje toe – merk op dat 11 niet gemaakt kan worden met de blauwe.
  • Leg het in het doosje en laat het kind doorgaan met de blauwe twee.
  • Leg de ‘overgebleven’ rode ‘1’ terug in de doos. Moedig het kind aan om door te gaan, op zijn minst tot 12.
  • Als ze de 12 neerlegt realiseert ze zich dat ze het niet kan maken met een blauwe twee en deze moet vervangen door een 3.

Controle van de fout

Opteltabel 1 op de diagonaal.

Aanbieding 3 - termen verwisselen

  • Kies 8, 10 of 12.
  • Maak alle mogelijkheden.
  • Lees dan wat je hebt.
  • Let op de herhalingen.
  • Verplaats alle herhalingen naar de onderkant van het bord. (elimineren van de duplicator)
  • De speciale, bijvoorbeeld 6+6, wordt maar een klein stukje naar beneden verplaatst.
  • Vertel het kind dat ze alleen de bovenste paar sommen hoeft te weten van 12. De andere zijn herhalingen.
  • Schrijf alleen degene op die ze moet onthouden.
  • Laat het kind een getal kiezen groter dan 12. Blijf erbij als ze ze neerlegt en help met het verwijderen van de herhalingen.

Opmerkingen

  • Bij het latjesbord optellen heeft het kind de mogelijkheid om vergelijkingen te maken tussen de verschillende mogelijke combinaties, en zo zijn interesse verlengen. Het memoriseren dat onbewust begon bij de slangensommen en dat best wel ver gevorderd was, wordt nu uitgebreid.
  • Het kind merkt dat het de combinaties weet zonder ze te hoeven bestuderen.

Doelen

  • De hele structuur van optellen presenteren en helpen het kind de essentiële combinaties van optellen te memoriseren.
  • Het doel van de rode lijn is om te laten zien dat optellen is: tienen vinden en wat over is wat geen tien maakt.
  • Het heeft dezelfde functie als het ruitertje in de slangensommen.

Controle van de fout

Opteltabel I op de diagonaal

Leeftijd

4. – 5.