Dit spel speel je in een kring met een groep of groepje kinderen.
„wie ben ik? (of: „waar denk ik aan?) Ik heb vier poten, een grijze dikke huid en ik ben heel zwaar…..”
“een olifant!”
Laat de kinderen hun eigen raadsels bedenken.
Als een kind toe is aan schrijven zal hij deze oefening opnieuw doen, maar dan zal hij het raadsel dat hij bedacht heeft, opschrijven.
Je kunt uiteraard ook eens kiezen voor een kring met een andere classificatie. Bijvoorbeeld: alles wat op de ontbijttafel staat, of alle zuivelproducten.
Speel dit spel, „Wie ben ik?” ook eens zo: gebruik memorykaarten. Leg de ene helft in de kring en houd de andere set in je hand. Je kiest een kaart en vertelt: „mijn dier heeft 4 poten, lange haren”, de kinderen moeten raden welk kaartje er in de kring ligt dat jij ook in je hand hebt.