Dierkunde

OLYMPUS DIGITAL CAMERA
Vogelnestje bekijken
D8CA5B7D-739B-43F5-A72B-594BA5A9EF05
Bijenles
A3972B1B-09F0-42F1-9E3C-2AFD65343D9B
Vlinders bekijken

Houd een rups in de klas en bekijk de hele cyclus

Kennismaking met dierkunde

De kinderen kunnen voor het eerst kennis maken met dierkunde op school als zij nog niet kunnen lezen, door middel van: 

  • Houd kikkerdril in de klas en bekijk de hele cyclus
  • Maak een sorteerwerkje van bijvoorbeeld een bot, een schelp, en een dier met een uitwendig skelet (slak). Bouw voort op dit werkje door te praten over gewervelden, ongewervelden en weekdieren

Maak een wormenbak en bekijk de wormen. 

Observeer en benoem delen van het dier, tel de poten, enzovoort. 

 

Dieren

Zorgen voor dieren op school, zowel permanent op school wonende dieren als bezoekers

Taalactiviteiten op het gebied van dierkunde

  1. Classificatiekaarten-sets: 
  • gewervelden
  • ongewervelden
  • insecten, 
  • zoogdieren
  • prehistorische dieren
  • dieren van een continent
  • herbivoren
  • carnivoren
  • dieren uit de woestijn
  • dieren uit de bergen
  • oceaandieren
  • zoetwaterdieren
  • huisdieren
  • wilde dieren
  • weekdieren
  • geleedpotigen
  • spinachtigen
  • schaaldieren
  • vissen
  • vogels
  • amfibieen
  • stekelhuidigen
  • wormen
  • en alles wat kinderen maar aan zou kunnen spreken

Foto: classificatiekaarten zeedieren.
In ieder set doe je een aantal kaarten die een kind al kent, maar ook een paar die nog niet bekend zijn. 

2. Een levenscyclus van een dier. Bij dit werk is het de bedoeling dat de kaarten gehusseld worden en dan in volgorde gelegd worden. 

3.Deel geheel werkjes voor de uitwendige delen van een dier. Op iedere kaart is een lichaamsdeel gekleurd in kleur of alleen in rood. (of geel, zoals op deze foto). 

Activiteiten voor lezende kinderen

Als kinderen kunnen lezen kun je de volgende kosmische werkjes en activiteiten aanbieden: 

  • Labels voor platen
  • Boekjes met definities en beschrijvingen van dieren. 
  • Boekjes die de kinderen zelf kunnen maken. Alleen maken ze boekjes met alleen plaatjes en namen. Later kunnen ze ook zinnen en verhalen schrijven over dieren. 
  • Raadsels: wie ben ik? In het oefenen van mondeling taalgebruik kun je deze oefening al voorbereiden. In de kring oefen je het wie ben ik spel door kinderen te vertellen dat je aan een dier denkt, waarna je een aantal eigenschappen noemt. De kinderen proberen te raden welk dier het is. Daarna zijn ze zelf aan de beurt om raadsels te bedenken. Nu schrijven ze die raadsels op. 
  •  Woordenschat op het gebied van dieren:
  • Levend wezen – zijn huis
    • bij – bijenkorf
    • beer – hol
    • koning – kasteel
    • gevangene – gevangenis
  • Collectieve namen voor dieren:
    • school – vissen
    • kudde – schapen
    • meute – jachthonden
    • roedel – honden, herten, gemzen, wolven
    • zwerm – bijen
    • voor meer van deze benamingen kijk je op wikipedia dier in groep.
 

Werkje over de 8 diersoorten: 

eencelligen, sponzen, holtedieren, wormen, weekdieren, stekelhuidigen, geleedpotigen, gewervelden. 

 

Werkje „phylum chordata”, de 5 gewervelde diersoorten: 
Vissen, amfibieën, reptielen, vogels, zoogdieren.