Globe land-water

OLYMPUS DIGITAL CAMERA
DF4CEFFF-174F-4D71-925A-EF348C2D1A6B

De globe land-water is de eerste van vier globes die het kind kan verkennen. 

De andere drie zijn: 

  • De gekleurde globe met werelddelen
  • De schuurpapieren globe met Nederland gekleurd (bestaat niet in de verkoop)
  • De natuurkundige globe (=zonder landsgrenzen)

De aardbol land-water bestaat uit gladde delen (het water) en ruwe delen (het land).
De leidster geeft het kind eerst de mogelijkheid om te experimenteren. Het kind kan kijken, betasten en verwonderen. Dan vraagt de leidster: “wat is je opgevallen?”
De leidster vertelt over de aarde. Dan zou bijvoorbeeld zo kunnen gaan: 
“Wij wonen op de aarde. De aarde is een bol. Deze bol stelt de aarde voor, maar dan veel kleiner…….”
Vervolgens geeft de leidster een drietrapslesje met de globe. 

Een kind komt vanzelf met vragen. Afhankelijk van de vraag die hij stelt komt de leidster met lesjes.

Materialen

  1. Een globe van ongeveer 12 tot 15 cm doorsnede. De landoppervlakten zijn bedekt met schuurpapier en het water oppervlak is blauw geverfd.
  2. Een vilten kleedje.

Voorbereiding

Enig werk met de land- en watervormen

Aanbieding

  1. Nodig het kind uit, neem hem mee naar de kast waar het vingers gevoelig maken werkje staat.
  2. Maak de vingertoppen gevoelig.
  3. Ga naar de kast en laat het kind zien hoe het de globe kan dragen met beide handen rond de voet.
  4. Het kind brengt de globe naar de tafel. Je zit aan de rechterkant.
  5. Leg uit aan het kind dat dit is wat we zouden zien als we met de space shuttle in de ruimte zouden gaan en we naar de aarde zouden kijken.
  6. Vertel: “dit is de globe, die de aarde voorstelt.”
  7. Draai de globe langzaam rond en voel alle blauwe delen. Vertel het kind dat dit deel van de globe bedekt is met water.
  8. Voel over de schuurpapieren delen en vertel het kind dat dit deel van de wereld bedekt is met land.
  9. Laat het kind nu over de globe voelen.
  10. Terwijl hij voelt nodig je hem uit zijn ogen dicht te doen.
  11. Doe het tweede deel van een lesje in drie perioden. “wil jij mij een deel aanwijzen met land?” “…Met water?”
  12. De derde periode van de les komt daarna: “ hoe noemen we dit allemaal? En hoe noemen we dat allemaal?”
  13. Aan het einde van het lesje laat je het kind zien waar wij wonen op de aarde en verbind je er een klein verhaaltje aan ter verheldering.
  14. Laat het kind verder exploreren.
  15. Vraag dan het kind om alle materialen terug te zetten waar ze horen.

Vervolg

  • Het werken met de aardrijkskundige landvormen
  •  De kleurenglobe.
  • Een lesje met de kleurenglobe en de inlegkaart van de wereld.
  • Experimenteren in de zandtafel of watertafel
  • Afbeeldingen met zand en water rubriceren

Opmerkingen

  1. Dit werkje kan ook aan een groepje aangeboden worden.
  2. De globes gaan boven op de standaard voor de puzzels.

Interessepunten

  • De ruwe en gladde delen
  • De globe langzaam rond draaien
  • Land en water

Verdere oefeningen

Het kind werkt alleen met de globe.

Taal

Water en land

Doelen

  1. Een concept van de vorm van de aarde ontwikkelen.
  2. Een hulpmiddel om de verdeling van land en water over de wereld te visualiseren.
  3. Directe voorbereiding voor de volgende globe.

Controle van de fout

  1. In het schuurpapier
  2. In de eigen kennis van het kind

Leeftijd

2 1/2-4 1/2