Ik zie, ik zie
Het spel „ik zie, ik zie” is een van de vele spelletjes die de kinderen voorbereiden op het werken met de schuurpapieren letters. Dit spel wordt vaak gespeeld met objecten of personen uit de omgeving van het kind in de klas.
Controle van de fout: het eigen gehoor van het kind.
Doel:
- Bewustwording van klanken in de spraak.
- Voorbereiden van het verkennen van de klanken in woorden.
- Oefenen van de uitspraak.
- Voorbereiding op schrijven.
Leeftijd: 2,5 jaar en ouder
Verzamel 10 voorwerpen op een dienblad. Dit dienblad staat niet in de kast van de kinderen. Het kind kan oefenen met alles om hem heen. De eerste keren oefen je met makkelijke klanken die veel van elkaar verschillen en gebruik je nog geen medeklinkercombinaties. In latere oefeningen kan dat wel en kun je ook meerdere objecten van dezelfde klanken gebruiken.
Nodig 4 of 5 kinderen uit van verschillend niveau.
Vraag een kind een kleedje te halen en ga rond het kleedje zitten.
De leidster vertelt dat we de dingen gaan benoemen. Terwijl de leidster de dingen een voor een van het dienblad haalt, benoemt ze die dingen.
Als de leidster zeker weet dat de namen van de dingen bekend zijn, begint het spel.
De leidster hanteert verschillende niveaus door elkaar. Voor het heel erg jonge kind begint ze door een voorwerp te pakken in haar hand en te zeggen: ” ik zie ik zie iets met een B”
Het tweede niveau is voor iets oudere kinderen. De leidster pakt twee voorwerpen en legt ze apart van de rest. Zonder een van de twee aan te raken , zegt ze dat ze op zoek is naar een voorwerp dat begint met een „s” of eindigt op een „k”.
Het derde niveau van het spel is voor een kind dat de voorwerpen heeft benoemd en dat nu kan zeggen welke andere klanken ze kan horen.
Op het vierde niveau vraag je een kind om alle klanken in de juiste volgorde te zeggen.
Ga met het spel door zo lang er interesse is en je de tijd hebt. Sluit dan af en vraag de kinderen om de voorwerpen terug te zetten in de klas. Help hen met de overgang naar het vinden van een eigen werk.
Je kunt dit spel ook spelen in een deel van de ruimte. Thuis doen we dit spel aan de tafel en vragen we naar iets met een P (pindakaas). Of probeer het eens buiten. Kinderen met oudere broers en zussen zijn vaak beter in dit soort spellen.