Bruine trap
Leg de prisma’s door elkaar. Hou de grootste van de prisma’s bij alle andere prisma’s voordat je hem links legt. Of laat zien hoe je met je ogen heel goed kijkt naar de afmetingen, voordat je de grootste uitkiest en neerlegt. Als een kind de prisma’s van boven beetpakt, ervaart hij de dikte heel goed. Bij de dikste zal hem/haar dat niet lukken.
Leg als je klaar bent met de rij, de dunste op de een na grootste en voel!
Variatie: verticaal opbouwen.
De bruine trap is moeilijker dan de roze toren. Dat komt omdat bij de bruine trap maar twee dimensies verschillend zijn en bij de roze toeren zijn dat er 3. (lengte-breedte hoogte).
Na het oefenen met de roze toren en de bruine trap apart, kun je de bruine trap en de roze toren samen laten oefenen. Het kind kan dan ontdekken dat de vierkante zijkanten van de bruine trap tegen de zijkanten van de roze toren passen. Het is belangrijk dat je het kind dit zelf laat ontdekken.
Kinderen die heel veel moeite hebben met het neerleggen van een reeks zoals bij de bruine trap en de roze toren, geef je niet alle blokken, maar slechts 5 stuks, die je om en om wel en niet uit de reeks haalt (dus de grootste wel, de een na grootste leg je niet neer om te gebruiken, en zo verder).