Het kind leert eerst los de letters goed vormen, daarna de verbindingen. De letters heeft het kind al geoefend tijdens de schuurpapieren letters. Bij het schrijven kan de leidster dus meteen hele woorden aanbieden. Dit is een zinvoller activiteit.
Er zijn leidsters die de verbindingen ook op schuurpapieren letter-plankjes hebben staan, maar dit is niet noodzakelijk, omdat kinderen in deze leeftijd de zintuiglijke ervaring van het voelen minder nodig hebben om de letter te leren. Een kaart met de letter is dus voldoende. Novoskript is een methode die dit soort kaarten uitgeeft.
Een kind dient een paar verschillende verbindingen te leren. Schrijf de volgende woorden maar eens op en zie dat er verschillende verbindingen tussen de letters zijn: :
bal, blij, pit, vis, rol, dag, bel, sop, af.
Het kind is inmiddels begonnen aan het voortgezet schrijven als het de verbindingen oefent. Het dient te letten op:
schrijfhouding, pengreep, grondlijn, letterverbindingen, letterverhoudingen (tussen romp, stok en lus), hoofdletters.