Stilteles

Download hier een stilte-bordje

Rust vinden in een klas vol kinderen, in een dag vol activiteit. Geen makkelijke opgave voor kind en leidster. Maria Montessori bedacht daarom de stilteles. Stilte oefenen helpt kinderen om zelfbeheersing te krijgen de wereld om hen heen te waarderen. De les wordt gedaan met alle kinderen tegelijk. Anders kan je nooit een goede stilte bereiken. 

De manier waarop je stilte kun oefenen in de klas is deze: 

  1. Stilte maken. Verzamel de kinderen in een kring. Neem een stuk papier en een stift. Vertel de kinderen dat je een speciaal woord op het papier gaat schrijven. Schrijft het woord “stilte” op en laat het zien aan de kinderen. Vertel wat er staat en vraag de kinderen of ze weten wat het betekent. Leg uit dat stilte betekent: de afwezigheid van geluid. Vertel de kinderen dat als we heel stil en rustig zijn, we stilte kunnen maken. Nodig  ze uit om nu stilte met jou te maken. Vertel ze dat ze hun lichaam heel stil en rustig kunnen houden. Haal nu diep adem en ga zitten zonder een geluid te maken. Hou dit ongeveer 30 seconden vol. Vertel de kinderen dat ze het goed gedaan hebben. Vertel de kinderen dat elke keer wanneer je het bord “stilte” omhoog houdt, we zullen oefenen om stilte te maken.
  2. Geluiden in de stilte – Nodig de kinderen uit om stilte te maken. Leg uit dat ze deze keer, als ze stil zijn, ze zullen luisteren naar de geluiden om hen heen. Als de stilte voorbij is, vraag je de kinderen wat ze gehoord hebben. Doe deze oefeningen op verschillende plaatsen, in de klas, op een uitje, buiten.
  3. Luisteren naar een belgeluid
    Nodig de kinderen uit om stilte te maken met hun ogen gesloten. Vertel dat je een belletje zult laten klinken terwijl zij stil zijn. Als ze de bel horen, moeten ze hun hand opsteken. Gebruik een zeer zachte bel.
    Deze keer ga je naar een ander deel van de klas om de bel te luiden. Je tippelt terug naar je plek en vraagt de kinderen hun ogen open te doen. Kinderen mogen raden waar je was toen je de bel liet klinken. 
    Deze keer laat je een bel klinken en moeten de kinderen hun hand juist opsteken als ze de bel niet meer kunnen horen. Gebruik een bel of andere muziekinstrument dat je heel lang aan kunt houden. 
    Kinderen kunnen stilte maken. Een kind loopt langzaam rond de kring terwijl het de bel heel stil vasthoudt en probeert de bel niet te laten horen. Het kind zet de bel voor een ander kind, dat nu aan de beurt is. Ga door tot iedereen een beurt gehad heeft.
  4. Persoonlijke stilteles – Introduceer deze les aan de hele groep tijdens de kring, maar leg uit dat ze hem tijdens de werktijd kunnen doen. Doe dit ook zelf  af en toe tijdens de werktijd. De benodigde materialen zijn: een speciaal kleedje of een handdoek om op te zitten, een mand met een zandloper van 3 minuten, een gelamineerde kaart met de tekst ‘Stilte’. Leg het kleed op de vloer. Zet de mand in de linkerbovenhoek. Haal de zandloper eruit en zet hem naast de mand. Pak het woord stilte en leg het naast de zandloper. Draai de timer om en oefen stilte totdat al het zand op de bodem ligt.

  5. Stille kaars-loop – Kinderen staan ​​in een kring. Zet wat inspirerende muziek op. Je begint door de kring rond te lopen en draagt voorzichtig een kaars in een kandelaar. Zorg ervoor dat de houder niet heet wordt en dat de vlam in de houder zit. De leerkracht stopt voor een kind en geeft hem/haar de kaars. Het kind begint rond te lopen in de kring en de leerkracht neemt de plaats van het kind in de kring in. Dit gaat door totdat iedereen aan de beurt is geweest.

    Variatie:

    Vriendschapswandeling – hetzelfde als hierboven, alleen kinderen dragen en geven een “vredesroos”. Laat ondertussen een vriendschapslied horen.

  6. Kinderen fluisterend roepen – Vertel de kinderen dat je samen een spel gaat doen, een stiltespel. Dat betekent dat je stil moet zijn en je lichaam stil moet houden.  
    Laat de kinderen aan de ene kant van een grote ruimte zitten, bij voorkeur op de grond. Ga aan de andere kant van de ruimte zitten, bij voorkeur met je rug naar de kinderen toe of net op de gang. De kinderen mogen je mond niet zien bewegen. Je kunt ook vragen of de kinderen hun ogen willen sluiten. 

    Vertel dat je de namen van de kinderen gaat uitspreken. Het kind dat zijn naam hoort, mag zo zacht mogelijk opstaan en naar je toe komen en bij jou gaan zitten. Fluister niet, maar spreek zacht. Kinderen doen echt enorme moeite om zo zacht mogelijk te lopen. Als het kan, spreek je alle namen een voor een uit. Eerst enkele kinderen die gemakkelijk stil kunnen zijn. Pas als het ene kind bij jou is gaan zitten, doe je de volgende naam. Als alle kinderen bij jou zitten, geniet je nog even van een moment van stilte met elkaar. 

    In het begin moet je de kinderen helpen om de geluiden te horen die storen, zoals wiebelen, frunniken, gapen en zwaar ademen. De kinderen merken dat ze alleen geroepen kunnen worden als ze heel erg stil zijn. 

    Speel het stiltespel niet wanneer de klas echt onrustig is. Anders zal het spel niet werken. Er moet een grote kans op succes zijn. 

    Maria Montessori deed deze stilte oefening ook. De oefening zelf geeft het kind al voldoening. Toen zij echter de kinderen wilde belonen met snoep, hadden zij daar geen interesse in. De oefening goed uit kunnen voeren was de beloning.  

Andere suggesties voor verstilling

  • Bij een verjaardag steek je kaarsen aan en vraag je de kinderen stil te zijn. 
  • Wees stil bij het eten, dan ga ik voorlezen. 
  • Bij een muziekles gebruik je instrumenten, maar bouw er ook stiltes in. Bijvoorbeeld door een cirkel van hoepels neer te leggen. Je gaat van hoepel naar hoepel steeds naar een nieuw instrument. Af en toe ligt er niets in de hoepel of een boekje.
  • Doe altijd een cooling down na de gymles. Licht uit, eventueel een liedje zingen. 
  • Als je naar buiten gaat vanuit de klas, kun je zeggen: “Wie aangetikt is mag bij de deur gaan staan”. 
  • Klassieke muziek
  • yoga muziek
  • Maak een rusthoek in de klas. Google eens op ‚peace corner’ voor meer informatie. 

De stilte-oefening (Uit: "Het geheim van het kinderleven” van Maria Montessori)

Eens kwam ik met een baby van vier maanden op mijn arm de klas binnen. Ik had het kind op de binnenplaats uit de armen van zijn moeder overgenomen. Het kleintje was helemaal in doeken gewikkeld, zoals dit bij het volk gebruikelijk is; zijn gezichtje was rond en roze en het huilde niet. De stilte in dit kleine wezentje trof mij en ik wilde, dat de kinderen dat ook zo voelden. „Hoor”, zei ik, „het maakt geen geluid” en uit de grap vervolgde ik: „Kijk eens hoe stil hij zijn voetjes houdt. Geen van jullie zou ze zo stil kunnen houden.” (ik wees op de in doeken gewikkelde voetjes). Tot mijn verbazing viel mij een ongewone spanning op in de kinderen, die naar mij keken. Allemaal hielden ze hun voeten doodstil. Het was alsof ze aan mijn lippen hingen en alles wat ik zei, diep meeleefden. „Hoor eens hoe zacht hij ademt,” ging ik verder. „Geen van jullie zou zo als hij kunnen ademen zonder een geluid te maken…” De kinderen hielden doodstil en verbaasd hun adem in. Toen was er stilte rondom; het tikken van de klok, dat anders niet gehoord werd, klonk duidelijk door het lokaal. Het was alsof het kindje een atmosfeer van stilte had gebracht, die in het gewone leven niet te vinden is. Dat kwam doordag niemand enige beweging maakte. En daaruit ontstond de behoefte om naar die stilte te luisteren en ze dus op te roepen. De kinderen toonden hun verlangen dit allen ook te doen. Welk een merkwaardig verlangen, dat geen uiting zocht in een impusieve daad naar buiten, maar de uitdrukking van een harmonie, ontstaan uit een diepgeworteld begeren. Dadelijk zaten de kinderen stil; hun adem hielden zij zelfs in en zo bleven zij stil zitten met de gezichtsuitdrukking van mensen, die in gedachten verzonken zijn. Langzamerhand begon men in die indrtukwekkende stilte kleine geluiden te horen: een waterdruppel, die ergens viel; een vogel die tsjilpte. Dit voorval was het begin van onze stilte-lessen. Eens bedacht ik, dat ik de stilte wilde gebruiken om de scherpte van het gehoor van de kinderen te beproeven; daarvoor wilde ik ze fluisterend bij hun naam roepen vanuit enige afstand, zoals dat gebeurt bij medisch onderzoek. Het kind, dat ik riep, moest naar mij toe komen zonder lawaai te maken. Met veertig kinderen eiste deze oefeing een geduld, waarin ik niet geloofde, dus bracht ik lekkers mee voor ieder kind, dat bij mij kwam. Maar de kinderen wilden geen lekkers hebben. Het was, alsof zij zeggen wilden: „Bederf ons nu die heerlijke ondervinding niet, we zijn nog vol van geestelijke vreugden, leid ons niet af.” En daardoor werd het mij duidelijk, dat kinderen niet alleen gevoelig zijn voor de stilte, maar ook voor een stem, die hen onmerkbaar in stilte roept. Zij kwamen zachtjes aan, liepen op hun tenen en pasten op dat zij nergens tegen stootten, ik kon hun stappen bijna niet horen. Later werd het mij duidelijk, dat iedere bewegingsoefening, waarbij de fouten kunnen worden gecontroleerd, zoals in dit geval door de geluiden in de stilte, kinderen kan helpen om hun krachten te vervolmaken. En zo kan de herhaling van de oefening tot een training van bewegingen leiden, die zo ver gaat, dat het onmogelijk zou zijn, dit door uiterlijke training alleen te bereiken. Onze kinderen leerden zich tussen voorwerpen te bewegen zonder daaraan te stoten, licht te lopen zonder leven te makenen daardoor werden zij handig en vlug. En zij hadden plezier in de vervolmaking van hun kunnen en zij begeerden zich te oefenen, de weg te leren in deze wondere wereld der ontwikkeling van het leven. 

Beschrijving Stilte oefening uit Montessori opvoeding (R.Joosten-Chotzen)

Jonge kinderen doen meerdere werkjes op een ochtend en geven ook duidelijk aan, wanneer ze wat “uitgewerkt” raken. Wanneer zo’n inzinking van aandacht of verslapping van energie bij het meerendeel merkbaar wordt, is dit voor de leidster een indice om de kinderen als groep “op te vangen”. Ze kan b.v. een stilte-oefening voorbereiden; het sluiten der gordijnen, of het neerzetten van een bordje, waarop “Stilte” staat geschreven, is voldoende. 

Er daalt een stilte neer; de kinderen geven elkaar waarschuwende teekens, ze begeven zich onhoorbaar naar hun plaatsen; ze gaan zoo zitten, dat handen noch voeten storende geluiden maken, sluiten hun oogen en wachten af, meestal overgegeven aan de stilte. Een enkel kleintje, waarvoor de opgave nog wat zwaar is, dat luidruchtig reageert op de algemeene stilte, komt zoo lang bij de leidster staan. 

Nu kunnen er verschillende zintuigoefeningen aan verbonden worden; de leidster kan b.v. de namen der kinderen fluisterend uitspreken, elk, die zijn naam hoort, staat stilletjes op en poogt onhoorbaar bij de leidster te komen. Een andermaal beluisteren ze de geluiden van de omgeving: het tikken van de klok, ’t sjilpen der mussen, het knagen der witte muizen, e.d.

Volwassenen meenen wel eens, dat deze stilte-oefeningen onnatuurlijk en geforceerd zijn voor jonge kinderen. Wat zitten we toch vol vooroordeleen!

In een groep, waar stiltelessen aardig ingezet zijn, komen de kinderen, soms meerdere malen op een ochtend er om vragen. Ook verzoeken ze dikwijls hun verjaardagstraktatie onder een stilteles te mogen uitdeelen.